Reisverhaal «Italië blijft me verbazen»
Start-to-Cycle - Deel 4 - Italië
|
Italië
|
7 Reacties
04 Mei 2011
-
Laatste Aanpassing 05 Mei 2011
Donderdagmorgen 28/04/2011, afgelopen nacht stonden de hemelsluizen open.
Deze morgen heb ik dan ook weinig zin om in het zadel te springen.
Schuldig voelend ga ik bij mijn innerlijke gids ten rade. Na rijp beraad besluit ik om een dag blijven te hangen in het prachtig klinkend Bassano de Grappa.
Ik voelde me zo wie zo al goed thuis in het Ostello Don Cremona, een jeugdherberg gevestigd in een oud historisch gebouw daterend uit 1869.
Gek maar ik ben de jongste bewoner onder hen die hier een onderkomen vinden.
Vrijdagmorgen het is nog steeds grijs en fris maar de zin om te fietsen is er weer.
Ik merk in tegenstelling tot mijn drie en half maanden durende fietstrip in 2004-2005 in Nieuw-Zeeland. Dat de kilometers en de dagen na elkaar fietsen een stuk moeilijker te verteren zijn.
Ik verlaat bij het uit fietsen van Bassano del Grappa de bergen en fiets de vlakke Povlakte binnen richting Venetië.
De eerste villa’s werden hier gebouwd in de 16e eeuw, toen veel rijke Venetianen hun geld in de landbouw gingen investeren. Veel villa’s dienden om toezicht te houden op de boerenarbeid. Andere werden als luxe zomerverblijf gebruikt om avond na avond te feesten en de roze balletten gekend van ons eigen land te laten zegen vieren.
Verder fietsend waan ik me even in het Kloosterbos in Eksel of in de villa wijk de Grote Heide in Neerpelt.
Ik weet me enig sinds te handhaven door talloze keren ‘Vlaanderen mijn vlakke land’ van Jacques Brell te zingen. Ik fiets nog naar maar één dag door deze ‘platte zooi’ en mis de bergen al.
Vrijdagavond sla ik mijn tent op bij een boerderij in Lugo, wederom een andere ervaring.
Zaterdagmorgen 8.00 uur vertrek ik goed geluimd bij boer Coene uit wij Heren van Zichem
In de loop van de voormiddag hoor ik voor het eerst langs de kant van de weg krekels krekelen.
Ik stop even om naar hun concert te luisteren, ik geniet ten volle overgaven van hun ballades.
Plots hoor ik één van hen roepen “Ludo, Ludo, Ludo je doet dat goed, doe zo verder”, “ ga in het volgende dorpje Codevigo maar een koffietje en een stukje taart nuttigen op onze kosten.
Beetje verrast spring ik op de fiets, en stuif als een ‘wilde man’ op het dorp af. Voor ik het weet vlieg ik langs het terrasje door, waar mijn koffietje en mijn taartje op me staan te wachten.
Ik nijp mijn remmen dicht, kijk achterom en zie de poedersuiker van mijn taartje in het wilde weg rond vliegen. Dit mede veroorzaakt door de zucht van mijn snelheid.
Ik spring vlug van mijn Eva, spring op het terrasje neem mijn taartje. Begin als een gek van links naar rechts, van voor naar achter, de neer dwarlende poedersuiker op te vangen.
Ik kijk om me heen en zie de mensen raar kijken?
Ik voel me juist Manuel de onhandige ober uit Fawlty Towers.
Ik fiets verder over het vlakke land van Jacques Brell. Akker na akker na akker na akker na akker ….. en zie hoe de boeren hun akkers bewerken.
Dit doet me terug denken aan mijn jeugd toen ik 15-16 jaar was.
Mijn vader en nonkel Henri beide beter bekend als Albert en Henri van de lange van Jef van Giel van Lin.
Zij bezaten in dienen tijd te samen een stuk grond van bijna 1 hectare groot.
Onze 2 helden wilden en moesten zo nodig de boer gaan uit hangen, niet dat ze daar veel moeiten moesten voor doen.
Enfin, ze besloten onder hun twee, tussen pot en pint in, dat ze het ganse stuk vol patatten gingen planten.
Niets aan de hand zou je denken, maar nu komt het, ze vonden dat de ganse familie bij hun
werkzaamheden moesten betrokken worden.
Allee daar ging mijne en de rest van de familie hunne vrije tijd. Met laarzen aan trokken we het veld in om te planten, onkruid te wieden en te schoffelen.
Het patatten seizoen liep ten einden en content dat we waren, maar het ergste moest nog komen.
De patatten moesten nog gerooid worden. Dat was natuurlijk weekend werk geblazen.
Als jonge gast had je wel wat beters te doen dan met je knieën over een patatten veld te kruipen. Er waren toen al plezantere dingens te doen op je knieën.
Die bewuste zondag hadden we een ganse kar vol met patatten uit gestoken en gevuld.
Rond een uur of drie, ik weet het nog goed, reden we met de tractor, de kar en de patatten erin richting huiswaarts.
Wanneer we halver wegen waren schoot de kar plotseling uit zijn vergrendeling zodat de bak van de kar op kieberde.
Met als gevolg, dat alle patatten over de grond rolden.
Eén heel belangrijk iets moet ik eerst nog even toe lichten.
Het gaat over mijn broer Dirk die ik zo graag zie:
Vermits we elf jaar in ouderdom schillen was hij toen ten tijden vier a vijf jaar.
Nooit had ik van hem gedacht dat hij het hele parcours van onze (helige) vader (gelukkig nog niet in den hemel……amen) naar ons moeder en het moederhuis zou doorstaan.
Terug naar onze kar met patatten.
Toen die kar op kieberde zaten er niet alleen patatten in de kar maar onze Dirkske zat er ook nog eens boven op.
Met als gevolg dat mijn broertje te samen met de patatten over de grond rolden.
Vader en nonkel Henri waren bezorgd dat hun oogst beschadigd zou zijn.
Ons moeder was bezorgd dat ons Dirkske beschadigd zou zijn.
Ikzelf was bezorgd om mijne zondagnamiddag die nu wel helemaal naar de kl…. was, daar alle patatten terug de kar in moesten.
Zondagnamiddag was een heilige dag voor mij, t’is te zeggen dan ging ik naar jeugdhuis de Meulen in Wijchmaal met mijn vrienden en… ?????? (nee, niet om er te knikkeren).
Voor wie daar ooit geweest is weet waarom? Dit was nog eens een tijd, de tijd van de Meulen.
Moet je weten in dienen tijd bestonden er nog geen gsm’s, hierdoor kon ik niemand verwittigen dat ik later zou komen.
Misschien maar goed dat deze dingen toen nog niet bestonden. Hoor je een jonge gast van 15-16 jaar al tegen zijn vriendinnen zeggen dat hij later komt.
Omdat hij patatten moet op rapen en de kar ermee vullen. Ze zouden je voor minder dumpen.
Toen waren tv programma’s zoals ‘boerenzoon zoekt boerin’ nog niet erg intrek.
Verder fietsend passeerde ik dorpjes als Brenta d’Abba, Cive, Boscochiaro, Cavarzere, Botti Barbarighe en nog veel meer goed klinkende plaatsjes. De Po rivier leid me verder doorheen mijn dag. Het doet me erg denken aan Nederland met zijn vaarten en sluizen.
Onderweg stop ik om de inwendige mens te versterken en nuttig ergens op een terras een koffie.
Het meisje van dienst vraagt me hoe ik de melk in mijn koffie graag heb fredo of caldo.
Caldo klinkt voor mij als koude melk dus zeg ik fredo.
Fredo klinkt ook niet echt als warme melk maar toch warmer als caldo.
Vervolgens giet die domme hin (is iemand die niet echt snugger is) koude melk in mijn koffie.
Ik werd bijna gek, om te zien hoe ze mijn koffie verkrachte. Het kot was bijna te klein, ik had haar wel iets kunnen aandoen (dit is wel een beetje overdreven uitgedrukt, maar toch?)
Voor wie me beter kent weet als ik iets haat is het koffie die niet heet wordt geserveerd.
Zelf kook ik de eerst de melk, warm mijn lege tas op en giet dan pas de koffie in.
Mijn moto is dan ook, het hoeft niet lekker te zijn als het maar heet en veel is.
Het vlakke land rolt verder onder mijn wielen door. Tot ik op een gegeven moment stop voor de regen en een kikker hoor kwaken. Hij kwaakt me toe, he jij daar met je brede smoel. Ik plooi dubbel van het lachen en vraag hem waarom zouden ze jou breed smoel kikker noemen denk je?
In jou brede smoel zou men makkelijk een tuintje kunnen maken en patatten in planten. Ik ken mensen die dat voor jou kunnen engageren, sorry vader en nonkel Henri ik moet er nog steeds om lachen.
Een aantal kilometers voor dit voorval vliegt er me een reiger boven het hoofd, hij roept me spottend toe “hé jij grijze daar vanonder op je fietske, alles kits met je”?
Ongelooflijk ik dacht dat alleen Italianen een grote bek hebben maar nu blijkt dat alles wat vliegt, kruipt,springt, beweegt, zingt en danst in Italië van het zelfde soort is.
Na 92 km en de aanhoudende regen neem ik een kamer in Guarda Véneta in een historische boederij ‘I Quarti’ . Ik ontmoet er heel fijne mensen en geniet er van fijne zaterdagavond.
Zo zie je maar wanneer engelen reizen/rijzen schijnt de zon.
Met dank aan mijn Duitse vrienden Torsten und Sandra Bergmann.
De dagen volgen elkaar op, ik geniet ten volle van de kleine dingen die het vlakke land me aan reikt zoals:
De ontmoeting met de Amsterdammer Erik Smid in Ferrara.
Hij vertrok op 17 april in zijn thuis haven, dus 15 later dan mezelf. We fietsen dezelfde route en hij haalt me 1700 km verder in.
Dit is een ongelooflijke presatie, eens te meer hij het 2100 km lange traject Amsterdam-Rome in 3 weken wil overbruggen per fiets.
Niet voor niets dat Erik zijn volgende uitdaging er uit bestaat, 4 maal Alpen d’uez op en af te fietsen.
Vervolgens loodst hij me met zijn gps systeem tussen de 372.000 tellende inwoners van deze stad door, heel erg bedankt Erik.
Een groot stad door fietsen durft wel eens voor een kleine nachtmerrie zorgen.
Na het uit fietsen van de stad nemen we afscheid van elkaar, elk gaat zijn eigen weg.
Ik stop ergens aan een klein winkeltje en koop er een lekkere lasagne. De vriendelijke eigenares stopt me gratis, 2 zelf gebakken koeken toe voor onderweg.
In Bova laat een vriendelijke meneer met een open rode sportwagen me stoppen. Hij reikt me een bakje dikke zoete aardbeien van 500 gr aan.
Het is zoals Remco en Petra www.voorbijdepolders.nl me al verwittigde “wen er alvast maar aan dat je veel gratis toegestopt gaat krijgen”.
Het is inderdaad heel erg wennen voor mij.
Tijdens de 1 mei viering in Budrio bij Bologna met zijn overvolle straten, zoek ik naar een slaapplaats en beland uiteindelijk in een oude historische kerk van San Francesco.
Wielrenners uitgedost in mooie kledij met prachtige fietsen en kuiten oh zo dik. Klaar om er gerukte hespen van te maken spreken me al fietsend hun bewondering uit en steken me alzo een hart onder de riem.
Genietend fiets ik verder op het ritme en geruis die de bladeren van de bomen, aangewakkerd door de wind, teweeg brengen.
De wind doet bij een bepaald merk van bomen een soort van dons verspreiden, het zijn juist zomer sneeuwvlokken.
Vlok na vlok probeer ik te ontwijken maar er is geen ontkomen aan.
Na een tijd gefietst te hebben stop ik even, kijk in mijn spiegeltje en zie dat ik volledig bedekt ben door de zomer sneeuwvlokken. Het is precies of er een witte vacht van een lammetje over me heen is getrokken.
Ik stap van mijn fiets, kijk naar links, kijk naar rechts, kijk naar voor en kijk naar achter. Er valt niemand te bespeuren.
Ik zet me op handen en knieën steek het hoofd in de lucht en roep luidkeels Blè Blè Blè Blè.
Sta op schud alles van me af en fiets verder op zoek naar de volgende ontmoeting met de natuur.
Het kleine jongetje in me heeft weer even mogen spelen in zijn eigen speeltuin der fantasië, vervolgens keert hij terug naar de geborgenheid van mijn eigen volwassen lichaam.
Ondanks dat ik mijn job aan de kapstok heb gehangen, blijft me het werk dat ik destijds bij Epsilon deed boeien.
Dit uit zich door, regelmatig bij een bankinstelling te stoppen, de aanwezige signalisatie en verlichte affiche houders te controleren.
Maar ook even de passerende bushokjes onder de loep te nemen.
De macabere toestand van dit hokje deed me besluiten om even langs de verantwoordelijke burgemeester te fietsen en een naam kaartje van Epsilon af te geven.
De eerste contacten zijn alvast gelegd collega’s om een eventuele herstelling te laten uit voeren.
In Farneto bij Bologna sta ik aan de voet van de Apenijnen.
Het is een ware verassing om te zien hoe mooi dit middelgebergte is: vriendelijke ronde vormen, veel groen en heerlijke vergezichten.
In de lagere regionen wisselen kleine akkers zich af met loofbos en in het hoger gelegen gedeelte overheersen bergweiden en naaldbos.
Zoals als de naam Apenijnen doet vermoeden halen ze waarachtig apen streken met me uit. Ze tasten de grens van mijn fysieken en mentale toestand af.
Na een dag van 80 km en 10 uur gefietst te hebben, heeft de aap in mij al lang zijn kuren verloren.
Hij is dan ook heel blij om na een heerlijke douche en een zelf gekookt maaltijd zijn apen pakje uit te trekken en onder het wol te kruipen.
Tevreden na genietend over mijn keuze die ik eerder gemaakt heb, om in Ferrara zuidwaarts via Bologna-Firenze-Sienna naar Rome te fietsen. Het is zwaar maar Toscane is ongelooflijk mooi.
De Oostelijke route door Umbrië via Assisi naar Rome schijnt minder zwaar en minder spectaculair te zijn.
Iets in me zegt dat ik ook Assisi moet aandoen.
Komt het doordat ik gedurende mijn middelbare school carrière geboeid geraakte door de
figuur (niet zijn lijn) Franciscus van Assisi?
Omnes viae Romam preducunt:
alle wegen leiden naar Rome.
(Dank aan …… de toezender, het was niet Bart de Wever, sorry Bart juust is juust.
De toezender mag me alsnog laten weten van wie het is, altijd leuk om te weten).
Het laatste fototje is speciaal voor mijn collega Linda bij geplaatst
__________________________________________________________________________________________________
U kan Ludo's reisroute volgen door voorgaande onderlijnde tekst te klikken.
Een nieuwe pagina zal geopend worden met daarin de route weergegeven.
Of u kan in het linker menu in "MIJN PAGINA's" en "Ludo's reisroute" er ook naar navigeren.
Weetje: voor diegene die Google Earth geïnstalleerd hebben of voorgaande map in Google Earth willen bekijken kunnen in Google Maps rechtsboven op klikken.
Je kan van nu af aan je hartje in Google Earth ophalen.