Reisverhaal «Java, Indonesië»
Start-to-Cycle - Deel 20 - Indonesië
|
Indonesië
|
12 Reacties
27 Augustus 2013
-
Laatste Aanpassing 29 Augustus 2013
Java, Indonesië :
Nog 1252 km en ik ben bij Stany in Bali.
Enkele cijfertjes :
Met een oppervlakte van 132.000 km² is Java meer dan 4 keren zo groot als België.
141.000.000 inwoners bevolken het eiland.
Daarmee woont meer dan de helft van de Indonesiërs op Java en is het heel erg dicht bevolkt, 864 inwoners/km².
In vergelijking met het dichtst bevolkte land in Europa, Blanda, dat 490 Nederlanders/km²telt en 349 inwoners/km² in ons eigen land.
Nog wat meer geografie :
In Bandung gelegen op een hoogte van 750 m wonen vooral mensen die het hete klimaat van Java willen ontvluchten.
De stad heeft als bijnaam de bloemenstad, dit komt waarschijnlijk door zijn Nederlands koloniaal verleden.
Bogor, wie van thunderstorms houd komt in deze stad meer dan aan zijn trekken.
Met 322 onweersbuien per jaar is het de meest bedonderde plaats op onze planeet.
De Borobudur bij Jogyakarta is s’werelds grootste Boeddhistische tempel en tevens Indonesisch grootste toeristische trekpleister.
De tempel behoort naast Angkor Wat in Cambodja,
Shwedagon Pagoda in Myanmar,
Chichen Itza in Mexico,
Machu Piccu in Peru,
De Chinese muur in het land der Chinezen,
Petra in Jordanië, waar mijnbroer Dirk en Sara iets heel bijzonders hebben gedaan.
En de Taj Mahal in India tot één van de wereld wonderen van onze aardkloot.
De streek rond Jogyakarta werd in mei 2006 getroffen door een zware aardbeving met heel veel doden als gevolg.
De tempel van Borobudur bleef gelukkig gespaard van alle onheil.
De Bromo en de Merapi zijn dan weer gekend om een heel andere reden.
Het zijn geen Javaanse wielerploegen maar één van de 16 gevaarlijkste vulkanen die het eiland rijk is.
De laatste uitbarsting dateert van 2010.
Terug naar het heden :
Dinsdag 6 augustus 2013 staat in de geschiedenis boeken gegrift als een heel bijzondere dag.
Bij het vallen van de avond in de havenplaats Merak in het noord westen van Java meert de ferry komende van Sumatra aan.
Niet het paard van Sinterklaas huppelt al heen en al weer over het dek.
Maar een grijze jongeling zittend op Santos Travelmaster fietst al fluitend het dek af.
Hij baant zich een weg door het mistroostige, rommelige en vuile havenplaatsje op zoek naar een bed voor de nacht.
In zijn beste Indonesisch spreekt hij een welgezinde man van de wet aan en vraagt hem het volgende.
“Permisi Sir, ada hotel di sini dengan kamar gadis”.
“Excuseer me meneer, waar vind ik hier een hotel met een kamermeisje”.
De welgezindheid verdwijnt van het gezicht der wet.
Onze jongeling begrijpt onmiddellijk dat hij ofwel de verkeerde vraag heeft gesteld ofwel de verkeerde man heeft aan gesproken.
Later die avond vindt onze fietser nog juist 1 kamer voor de nacht in het Feri Merak Hotel.
Wellis waar zonder, wat zijn fantasie graag had gewild, een kamermeisje voor de nacht.
Met open armen word hij er ontvangen door het personeel en een Indonesische TV ploeg.
Een jong mooi meisje, Happy genaamd spreekt hem aan.
Happy studeert journalistiek in de Nederlandse taal aan de universiteit van Jakarta.
Ze werkt als free Lance journaliste voor de Indonesische omroep.
Haar glimlach doet hem weg dromen en verlangen dat hij de helft jonger was.
Onmiddellijk zijn ze vertrokken……
…… nee niet naar zijn hotelkamer maar voor een boeiend gesprek en een boeiende ontmoeting.
Wat nog staat te gebeuren :
De komende 2 dagen beloven heel spannende en bijzondere dagen te worden.
Fietsen doorheen Jakarta!!!
Wat vooraf ging :
Hoe bepaal ik mijn fietsroute doorheen Java?
2 mogelijkheden zijn er, de noord route en de zuid route.
Na bij mezelf ten raden geweest te zijn, laten mijn lichaam en geest me het volgende weten.
Indien ik door de bergen wil fietsen zal het zonder hen zijn.
Eva heeft ook al niet veel zin om te vergezellen.
Menigmaal heb ik de landkaart van Java bestudeerd.
Hoe ik ze ook draai, hoe ik ze ook keer, hoe ik er ook mee schud, de bergen verschuiven geen millimeter.
Vermits de zuidelijke route door de bergen loopt valt deze optie al weg.
De noordelijke route loopt door het vlakke land van Java maar kent één groot obstakel.........
...............Jakarta.
Volgens mijn vriend Stany een te mijden kwaad.
Jakarta stad telt bijna 9 miljoen inwoners en groot Jakarta ruim 24 miljoen inwoners.
Het is de grootste metropool van Zuidoost- Azië.
Van een obstakel gesproken dit is er eentje van formaat.
Na meer dan 2 jaar fietsen is de tijd rijp om één van mijn laatste angsten in de ogen te kijken en de wereld uit te helpen.
Fietsen doorheen een metropool.
I.p.v een obstakel wordt Jakarta een uitdaging van formaat.
Ik schaf me een streetmap (=stratenplan) aan.
Bij het bekijken ervan beginnen mijn oren serieus te flapperen.
Duizenden straten kleuren het papier.
De enige oriënteerbare lijn die ik kan terug vinden is deze van de tol weg doorheen de stad.
Vermits fietsers niet toe gelaten zijn op de tolwegen breekt me het angst zweet uit.
Hoe geraak ik nu op een veilige manier door Jakarta.
Straten van één richtingsverkeer, viaducten, rivieren, treinsporen en miljoenen huizen staan op me te wachten.
Shit man, moet ik hier doorheen, dat kan toch niet waar zijn?
Ik berg het stratenplan zo diep als mogelijk op in mijn fietstassen want dit werkt niet.
De enige oplossing die ik zie om de stad goed en wel door te geraken is, door te vertrouwen dat alles wel goed zal komen.
Ik bid tot mijn innerlijke gids en vraag hem om zijn hulp.
Mijn innerlijke gids heeft me al die jaren nog nooit in de steek gelaten.
Ik verwacht ook niet dat hij me deze keer in de steek zal laten.
Waarom kies ik voor deze optie?
Waarom fiets ik intuïtief doorheen de wereld.
Mijn innerlijk groeiproces ligt hem erin om angsten te overwinnen door ze met moed te benaderen.
Tevens door los te komen van een wel omkaderde structuur, waar mijn ego het beste in functioneert, kan ik als mens innerlijk groeien.
Dit houdt tevens in dat ik het geluk en de wijsheid niet buiten mezelf maar in mezelf moet zoeken.
Amen.
Woensdag 7 augustus :
In alle vroegte, voor het op komen van de zon, en voor dat de haan zijn ochtend lied kraait zet ik koers richting Jakarta.
Het beloofd een bijzonder spannende dag te worden.
Vol goede moed en vol van vertrouwen fiets ik de dag te gemoed.
Mensen zijn druk in de weer om inkopen te doen voor Idul Fitri, de Suikerfeesten.
Het einde van de Ramadan, de vastenperiode van de moslims is morgen een feit.
Langzaam fiets ik via de voorsteden Tangerang, Cengkareng en Grogol, Jakarta binnen.
Aan een benzine station in Grogol doet mijn gevoel me de remmen dicht knijpen?
Nieuwsgierig spring ik van Eva en ga opzoek naar de reden.
2 super vriendelijke jongens die er werken spreken me aan en zijn benieuwd naar mijn verhaal.
Gebruik makend van het feit dat ze zeer goed Engels spreken vraag ik hen hoe ik het best veilig en wel door het centrum van Jakarta geraak.
6 aanknopingspunten schrijven ze me op een briefje, Tomang – Slipi – Tebet – Cawang – Kalimalang – Bekasi.
Ze vormen de leidraad doorheen de mierennest van Jakarta.
Heel erg bedankt vrienden voor jullie waardevolle informatie.
Op het juiste moment ontmoet ik weer de mensen die ik moet ontmoeten om mijn fietstocht verder te kunnen zetten.
Het is al een uur donker in Jakarta wanneer ik een onderkomen vind voor de nacht.
Juist op tijd want het begint heel hard te waaien en te stortregenen.
Wat een dag, na 130 km neem ik een heerlijke douche, vul mijn hongerige maag met een over heerlijke rijstschotel en produceer nadien een geluid waar zelfs de varkens jaloers op zijn.
Donderdag 8 augustus :
Ik plan een korte fietsdag na de zware dag van gisteren.
32 km van Jakarta centrum tot Bekasi.
Ik zal mijn handen meer dan vol hebben om me een weg te banen en te vinden door Jakarta.
Ik maak me echter geen zorgen het voelt goed aan en ik heb er alle vertrouwen in dat het met gaat lukken zonder veel problemen.
Mijn fietsdag begint zoals de meest andere fietsdagen.
Om 4 uur rinkelen de bellen van mijn grote ijzeren wekker me wakker.
Om 5.30 uur, voorzien van het nodige licht op Eva zet ik koers doorheen Jakarta.
8 – 9 – 10 - 11 augustus Idul Fitri :
Dezer dagen vind er een ware volksverhuizing plaats.
Mensen verhuizen van het ene eiland naar het andere.
Jakarta loopt leeg de mensen gaan ‘het kerstmis voor de moslims’ in familie verband door brengen.
Auto’s, mono volume wagens, mini busjes, bussen, pickups, vrachtwagens en heel veel brommers razen langs me door.
Benieuwd naar de drukte van het verkeer tel ik de brommers.
6500 stuks per uur scheuren langs me door.
Nee, ik heb me niet mis telt.
Als je dagelijks tussen de 6 en 10 uur op de fiets zit kan je wel eens een uurtje brommers tellen, hahaha.
Al die tijd fiets ik door een muur van smog die niet alleen afkomstig is van het verkeer.
Indonesiërs hebben de goede gewoonte om in de morgen hun vuil te verbanden.
Vermits dat plastiek daar ook bij hoort is het geen frisse boslucht die mijn neusgaten vullen van stank.
Cirebon :
In het weekend van 10 augustus strand ik in het plaatsje Cirebon, bijgenaamd de garnalenstad.
Een multicultureel moslim bolwerk gelegen aan de noordkust in West-Java.
In de 15de eeuw brachten de Chinezen de Islam naar dit gemoedelijke havenplaatsje.
Nadien vestigden Arabieren er zich waardoor de stad een groei kende.
Verder is Cirebon gekend om zijn tabaksfabriek, het Batik-weven, de Topeng dans een dans waarbij de dansers een masker dragen.
De 250 km van Cirebon naar Semarang krijgen een meer landelijk karakter en doen me genieten van mens en natuur.
Spijtig genoeg blijft het verkeer met momenten heel hectisch en druk.
De temperaturen swingen de pan uit bij 42° op het heetst van de dag.
Wordt er dan gefietst?
De uitdaging is, om om te gaan met de gegevens die zich aandienen.
Mij hoor je niet klagen, ik fiets liever in de hitte dan in de regen.
Semarang :
Indonesië 5de grootste stad is beetje een vreemde en drukke stad.
Enerzijds heb je de oude stad met zijn Nederlandse koloniale gebouwen, China town, en zijn diep traditioneel bestaan.
Anderzijds heb je de moderne stad gevestigd rond Simpang Lima met zijn vele hotels en shopping centra’s.
De reden waarom ik er enkele dagen vertoef is om er een oude bekende vriendin op te zoeken.
Nike, ooit Stany’s grote hartendief leidt me rond en laat me proeven van de geneugten der leven in Semarang.
Nike en Gun’s zoontje, Naqa, wordt mijn grote vriend gedurende mijn verblijf al daar.
Bedankt voor jullie gastvrijheid lieve mensen.
De volgende 350 km van Semarang naar Surabaya is het afwisselend fietsen door het binnenland langs rijstvelden……
zoutwinningsgebieden………
……… en kleine vissersdorpjes.
In eerste instantie kijken de mensen er een beetje raar op wanneer ik ergens stop om te eten, drinken of te rusten.
Al vlug verdwijnt hun schroom en zijn de ontmoetingen steeds weer heerlijk om te mogen ervaren.
Met een heel summier kaartje fiets ik Surabaya binnen, Indonesië 3de grootste stad.
Het drukke verkeer raast aan me voorbij.
Enkele malen stop ik om de weg te vragen naar het Hotel 88 in de Jalan Embong Kenongo.
Embong Kenongo is een kleine rustige straat, die zich verbergt van het lawaai en de drukte van de stad.
De file sleept me mee in de verkeerde richting, noodgedwongen stop ik.
Een jong meisje merkt mijn zoeken naar de juiste richting op.
Op haar brommertje doorkruist ze de stad en brengt me in een wip naar mijn plaats van bestemming.
De volgende dagen ontpopt Winda zich als een ware gids doorheen haar thuishaven Surabaya.
Het worden bijzondere mooie dagen met een bijzonder mooi iemand.
Wederom ontmoet ik iemand die mijn tocht doorheen de wereld tot een fietstocht van de ontmoetingen maakt.
Mijn grote vriend combineert zaken doen met een bezoek aan zijn vrienden in Surabarya.
Winda stelt ons voor aan haar collega’s en leraressen Engels.
Stany en mezelf worden gevraagd om in de klas te gaan spreken om deze jonge mensen te motiveren.
Blijkbaar ontbreekt het hen daar soms nog al eens aan.
Winda droomt er zelf ooit van om de wereld af te reizen.
Ze denkt echter nooit buiten Indonesië te geraken door geld gebrek.
Stany komt met een grandioos idee op de proppen.
Waarom reizen en werken, niet met elkaar combineren?
Waarom ga je niet op een cruise werken stelt hij voor.
Dit verdient niet alleen goed, maar je ziet ook nog iets van de wereld.
Het enige probleem dat Winda nog in de weg staat is haar hoofddoek.
Een hoofddoek is waarschijnlijk niet toegestaan op een cruiseschip wanneer je er werkt.
Niet haar ouders of haar geloof gebieden haar dit te dragen.
Uit eigen principe wil ze haar hoofddoek niet afdoen.
Het is goed dat een mens principes, karakter en een eigen mening heeft.
Maar soms moet een mens leren dealen met zijn eigen overtuiging en het gegeven dat zich aandient.
Dit doet me terug denken aan een heel goede vriend die ik op deze manier ‘verloren’ heb.
Twee decennia lang waren Stany, onze vriend en mezelf als drie musketiers.
We waren onafscheidbaar en gingen door het vuur voor elkaar.
Er zijn weinig mensen die hebben mee gemaakt wat wij hebben mee gemaakt met elkaar.
We deelden alles met elkaar, onze vriendschap leek onaantastbaar.
Tot er zich iets ernstigs voordeed in het leven van onze vriend.
Zijn eigen principes, het niet kunnen aanvaarden dat zijn eigen waarheid niet de enige waarheid is heeft ons gescheiden.
Ja, het doet nog steeds pijn wanneer ik er aan terug denk.
Soms moet je de dingen accepteren die je niet kan veranderen.
Hopelijk brengt de tijd hem tot inkeer.
Zo niet zal hij sterven als een eenzaam man want veel mensen hebben hem reeds de rug toegekeerd.
Spijtig dat je eigen halsstarrigheid je leven domineert en beperkt.
Na het ontbijt op vrijdag 23 august in Hotel 88 neem ik afscheid van Stany, Winda en de mensen die ik er heb mogen ontmoeten.
Surabaya – Banyuwani nog 300 km en ik kan de ferry naar Bali nemen.
Wanneer ik vrijdagavond 23 augustus toekom in Probolingo ga ik tegen beter weten iets eten in een warung (=klein plaatselijk restaurant), waarvan mijn gevoel me zegt om dit beter niet te doen, toch neem ik enkele happen.
De volgende morgen sta ik op en voel me een vod, mijn hele lichaam doet pijn.
Ik besluit om toch te gaan fietsen.
De komende 2 dagen zie ik af als hel………
Mijn keel krijgt amper eten geslikt, mijn maag protesteert, diaree teistert mijn fietsers billen.
Puur op karakter fiets ik toch nog 200 km.
Waarom doe ik dit?
Ik tast nog steeds graag mijn grenzen af en ga graag tot het uiterste.
Op het moment zelf beklaag ik mezelf soms voor deze in gesteldheid.
Maar het geeft me tevens ook veel kracht om te bereiken wat ik wil bereiken.
Zondag 25 augustus, in de late namiddag nader ik Banyuwani mijn eindbestemming op Java.
Diep verscholen achter de palmbomen, gescheiden door een smalle zeestraat verschijnt aan de verre horizon Bali.
Dit is een heel ontroerend moment……
………ik droom weg en blik terug.
2 jaar en 5 maanden geleden ben ik vertrokken nu ben ik bijna waar het allemaal om begon.
“Vriend, kom me eens opzoeken in Bali” vroeg Stany me ooit.
Met een lach antwoordde ik hem, “als ik kom kom ik met de fiets”.
Ongelooflijk, ik ben van Hechtel naar Bali gefietst.
Volgende week hoop ik Stany ongezien en ongemerkt op de schouders te kunnen tikken en hem in het oor te fluisteren “vriend ik ben er”.
Volgens hem gaat me dit niet lukken.
Elk smeden we onze eigen snode plannen om te slagen in eigen opzet.
Zo heeft Stany het ganse dorp gewaarschuwd van mijn komst.
Alle checkpoints op de invalswegen naar Kedungu, het dorp waar hij woont, zijn in verhoogde staat van paraatheid gebracht.
Via Google Earth heb ik gezien dat Stany de landingsbaan in zijn achtertuin heeft gebarricadeerd met kokosnoten, palmbomen en bamboestokken.
Mijn geluk is dat hij aan zee woont.
Ik ga proberen om via de kust zijn burcht te enteren.
Hoe ik dat precies ga doen, ga ik natuurlijk nu niet verklappen.
Mocht dit echter niet lukken heb ik nog een plan B.
Als ex-mijnwerker beschik ik nog over alle skills om gangen te delven.
Mochten jullie de komende dagen, weken, maanden niets meer van me horen.
Wees dan niet ongerust, ik heb berekend dat het me nog eens 2 jaar zal vergen om Stany ondergronds te bereiken.
Vermits dat in het land der mollen geen internet is zal ik jullie niet op de hoogte kunnen stellen van de stand der zaken.
Zondagavond 25 augustus nog niet helemaal hersteld van de race die er tussen mijn billen plaats vind installeer ik me in het prachtige Ketapang Indah Resort gelegen voor de kust van Bali.
Ik ga er de komende dagen op krachten komen, genieten van het goede leven, een nieuw verhaal op de blog plaatsen en heel veel mails beantwoorden.
Eén van deze avonden ontmoet ik er Eric, een vader die met zijn zoon, schoondochter en kleinkind een reis door Java en Bali maakt.
Eric is geboren op Java en heeft er de oorlog meegemaakt.
Hij verteld over zijn oorlogsverleden als kind in Indonesië, over de concentratie kampen en de Japanners.
Op 7 jarige leeftijd keert hij tezamen met zijn ouders terug naar hun roots in Nederland.
Als gepensioneerde spoorwegarbeider, geniet Eric van zijn reis doorheen Java per trein.
Prachtige landschappen glijden aan zijn ogen voorbij, herinneringen aan zijn kindertijd op Java doen hem wegdromen en in gedachten bekijkt hij hoe de Indonesische spoorwegen functioneren.
Eén grote droom heeft Eric nog op 74 jarige leeftijd………
………de pelgrimsroute naar Santiago de Compostela in Spanje te wandelen.
Het alleen reizen en de onzekerheid hier omtrent hebben hem tot nog toe weerhouden om zijn droom te wandelen.
Een boeiende ontmoeting met een boeiend man bij een ijskoude Bintang maken van deze avond een prachtige onvergetelijke avond voor ons beiden.
Eric, niet de reis maar de beslissing om je droom te verwezenlijken is het moeilijkste gedeelte van de reis, de rest volgt vanzelf.
Veel succes man, geloof in jezelf en je zal het Ardennen offensief winnen, genieten bij het oversteken van de Pyreneeën en je fantastisch voelen bij het bereiken van de basiliek van St. Jacob in Santiago de Compostela.
Zelf mijmer en droom ik weg bij het ondergaan van de zon en het zien van Bali gedurende één van mijn laatste avonden op Java.
Yes yes yes, nog 100 km fietsen en ik ben er.
Morgen 28 augustus neem ik de ferry naar Bali.
Hou je vast vriend aan de takken van de boom want ik kom eraan.
Java :
Merak - Cilegon - Serang - Tangerang - Chengkareng - Grogol - West Jakarta : 130 km
Grogol - Tomang - Slipi - Mt. Haryono - Kalimalang – Bekasi : 32 km
Bekasi - Cikarang - Karawang - Cikampek – Pamanukan : 121 km
Pamanukan - Patrol - Sindang - Jatibarang – Cirebon : 79 km
Cirebon - Brebes - Tegal – Pemalang : 105 km
Pemalang - Pekalongan – Batang : 47 km
Batang - Weleri - Kendal – Semarang : 92 km
Semerang – Rembang : 119 km
Rembang - Lasem - Karangdowo – Tuban : 99 km
Tuban - Paciran - Gresik – Surabaya : 116 km
Surabaya - Sidoarja - Pasuruan – Probolinggo : 109 km
Probolinggo - Besuki - Pasir Putih – Situbondo : 99 km
Situbondo - Karanganyar – Banyuwani : 93 km
In 13 fietsdagen en 1241 km door kruiste ik Java van west naar oost.
8 dagen had ik nodig om te bekomen van de afstand en de hitte.
Jezelf kennen, is het begin van alle wijsheid .