Reisverhaal «Flores : De Tuin van Eden»
Indonesië
|
5 Reacties
29 Augustus 2014
-
Laatste Aanpassing 21 September 2014
Flores : De tuin van Eden.
Flores was ooit een kolonie van Portugal……
Onze noorderburen kwamen, overheerste en verjoegen de Portugezen.
Toch behield Flores zijn Portugese naam, die vertaald, bloem betekend.
Behorende tot de kleine Soenda eilanden is Flores één grote prachtige speeltuin om te ontdekken.
Van Larantuka tot Labuan Bajo twist de bijna 700 km lange ‘Trans-Flores Highway van het oosten naar het westen.
Bergen, ontelbare haarspeldbochten, witte zandstranden, baaien, diepe canyons, rivieren en uitermate vriendelijke mensen doen een fietser genieten van het goede leven, verlangen naar meer en afzien om al deze pracht te ontdekken.
Met bijna 2 miljoen inwoners verdeeld in 5 culturele groepen met elk zijn eigenheid is Flores zoals geen ander.
85 % van de bevolking is katholiek en de rest zijn moslim.
Duiken en snorkelen……
Komodo dragons……
de 3 kleurige vulkaanmeren……
oude bergvolkeren……
Seventeen Island Marine Park……
Bajawa en Ruteng hoog en koud in de bergen gelegen……
Larantuka, Maurmere, Ende en Labuan Bajo aan de kust als een oven zinderend van de hitte……
……maken dit eiland zo divers.
Vele jaren nadat God Adam en Eva schiep, betreden Ludo en Eva de plaats waar Eva ooit in de verboden vrucht beet.
Met zekerheid kan ik zeggen dat deze gebeurtenis te samen met de “Tuin van Eden (het aardsparadijs)” in Flores terug te vinden is.
Ik zal een ijzer sterk karakter moeten hebben???
Niet alleen om de bergen over te fietsen maar ook om niet dezelfde fout als Adam en Eva te maken.
Op mijn tocht doorheen één van de mooiste plaatsen op onze aardkloot zal gaande weg en later in het verhaal de verboden vrucht zich aandienen.
Toch vergrijp ik me niet aan haar mooie jonge goddelijke lichaam.
Ik hou me de handen in de zakken en de rits dicht voor het wicht.
Waarom………????
Dit lees je verder in het verhaal……
.......en nog veel meer……
Donderdag 7 augustus 2014 :
Kupang, West Timor – Maumere, Flores :
Vele verhalen passeerde me de oren, jaren verstreken en nu is het eindelijk zover, Flores is in zicht.
Na een vlucht van 35 minuten vanuit Kupang land ik, of beter gezegd het vliegtuig op de luchthaven van Maumere.
Ik wordt er op gepikt en naar het Pelita Hotel gevoerd.
Enkele dagen zal dit mijn base-camp zijn om me voor te bereiden op mijn tocht door heen de ‘bloem’ (Flores).
Het is nodig want ik weet niets maar dan ook niets van het eiland af.
Zelf vind ik dat niet zo erg want zo gaat mijn hele reis al.
Niet te veel plannen, gewoonweg zien wat zich op het moment zelf aandient.
Dat is de beste formule om zorgeloos onze wonderwereld te verkennen.
Maumere is nu niet onmiddellijk de mooiste badplaats die je je kan voorstellen.
Dit betekent echter niet dat de kust daardoor minder mooi is, integendeel.
Door de ongereptheid ervan vind je nog vele mooie plekjes om weg te dromen.
Zaterdag 9 augustus 2014 :
Maumere – Paga : 51 km
Het dagelijks ritueel van opstaan, maag vullen, fiets laden en vertrekken kan weer beginnen.
Ik kijk er heel erg naar uit om de bergen van Flores te trotseren.
Het zal een vette kluif worden voor ons fietserke uit Hechtel.
Menig fietser klampte zich vast aan een pick-up, namen de bus of dumpte de fiets in de afgrond.
Ik besluit om mijn fietsdagen te beperken in afstand waardoor ik instaat hoop te zijn om op eigen krachten van Maumere tot in Labuan Bajo te fietsen.
Na een prachtige gemakkelijke eerste fietsdag zoek ik een onderkomen op het strand van Paga en geniet er van het genieten.
Ontmoet er mensen en maak er nieuwe Italiaanse vrienden.
Zondag 10 augustus 2014 :
Paga – Moni : 55 km
Voor het aanbreken van dag en dauw ga ik van start voor de eerste pittige fietsdag.
Bij het verlaten van Moni, de spieren nog niet opgewarmd en Eva nog half slapend wordt mijn conditie onmiddellijk op de proef gesteld.
Een korte klim van 14% is een voorproefje wat er me nog te wachten staat……
……de beloning en bekroning is navenant.
Onderweg stop ik in de kleine dorpjes, ik wordt er begroet door super vriendelijke en breed lachende mensen.
Mooie vrouwen willen op de foto, oudere vrouwen bieden me een tas koffie aan op hun terras en kinderen vragen om een snoepje.
Het meest grappige van de dag is wanneer ik op een bepaald moment stop en het halve dorp zich rond mij verzameld.
Zoals gewoonlijk kijken de mensen eerst minuten lang naar mijn prothese, heffen even het hoofd om te zien wie deze prothese draagt en staren dan weer minuten lang naar het rare ding dat ze nog nooit hebben gezien.
Na drie en half jaar doorheen de wereld te fietsen beantwoord ik nog steeds dezelfde vraag……
Afhankelijk van het werelddeel waar ik me bevind krijgt de vraag een andere nuance.
In het westen vraagt men meestal of het van een verkeersongeval of van een ziekte is.
In Azië vraagt men meestal of ik een oorlogsslachtoffer ben.
Zoals in de meeste kleine dorpjes zie ik in de ogen van de mensen dat ze niet goed begrijpen wanneer ik hen vertel dat ik mijn been kwijt ben en nu een prothese draag.
Daarom doe ik meestal mijn prothese uit om te tonen wat het is om geen been meer te hebben.
Gewoonlijk deinzen de mensen dan achteruit en kijken verbaasd en verschrikt naar wat ze te zien krijgen.
In dit dorp echter schieten ze in de lach en wil men mijn prothese vasthouden.
Van man tot man, van vrouw tot vrouw en van kind tot kind wordt mijn prothese door gegeven……
……tot ik uiteindelijk moet zeggen “nu is het genoeg geweest mannekes, ik wil mijn onderstel terug hebben.”
In de late namiddag, na een prachtige en pittige fietsdag, moe maar voldaan kom ik toe in Moni.
Ik nestel me in het guesthouse waar mijn Franse vrienden Christophe en Amilie me een kamer hebben gereserveerd.
Moni is het startpunt om een tocht naar de 3 kratermeren met de verschillende kleuren te maken.
Maandagmorgen in alle vroegte nestel ik me achter op de brommer van mijn begeleider en laat me 45 minuten lang door de bergen naar de Mount Kelimutu rijden.
Vanaf het startpunt is het nog eens 20 minuten wandelen tot aan de meren.
Het is fris afwachten tot de zon met haar eerste stralen het lichaam opwarmen.
Enkele uren na het verdwijnen van de wolken is het genieten van één van de mooiste natuurverschijnselen die Flores en onze wonderwereld rijk is.
Dinsdag 12 augustus 2014 :
Moni – Ende : 59 km
Na enkele dagen genoten te hebben in Moni is het weer tijd om aan de slag te gaan.
Gewoonte getrouw vang ik mijn fietsdag aan als het nog donker is.
Ondanks dat Moni op een hoogte rond de 600 a 700 m ligt en Ende aan de kust op zeeniveau.
Overstijg ik even voorbij Detusoko de 1000 m.
De streek rond Detusoko is heel vruchtbaar, prachtige rijstvelden en agricultuur zijn de gegevens van deze streek.
Op weg naar Ende passeer ik wegenwerken, de weg is er ruw maar goed fietsbaar.
Ik stop bij de mensen die er aan het werken zijn, want het beeld dat ik te zien krijg grijpt me erg aan.
Vrouwen zittend in de blakende zon of onder een plastiekenzeil, het lichaam helemaal ingepakt als bescherming tegen de hitte en de zon.
Kappen ze met hamer en beitel dag in, dag uit de afgegraven rotsblokken tot kleine stenen die als onderlaag voor het wegdek moeten dienen.
Ik probeer me niet schuldig en slecht te voelen omdat ik op mijn dooie gemak de wereld rondfiets en deze arme vrouwen voor een appel en een ei onmenselijk werk aan het verrichten zijn.
Even voordien, in Detusoko heb ik een kilogram mandarijnen gekocht.
Met heel veel plezier deel ik ze uit aan deze vrouwen die mijn respect verdienen.
Het dubbele van het hele verhaal is dat ze mij aanzien als hun vrijgevige held die iets doet waar toe zij niet instaat zijn, namelijk fietsen.
Terwijl zij werk verrichten waar wij westerlingen nog eens niet aandenken om aan te beginnen.
Ende gelegen aan een azuur blauwe kust afstekend tegen het zwarte zandstrand met zijn groene ovaal vormige stenen, omringd door prachtige bergen.
Vormt deze druk ‘hub’ de bakermat van onze moslimbroeders.
Een ‘nice’ en goed onderkomen, lekker eten, een frisse ‘Bintang’ op een terras bij de zonsondergang doen me net niet klaar komen in de broek van het visuele genot.
Dit gegeven is de afsluiter van een bijzonder mooie maar pittige fietsdag.
Als een blok valt onze ouwe grijze bok in slaap.
Woensdag 13 augustus 2014 :
Ende – Boawae : 87 km
Na een overheerlijk ontbijt van noedels met kip, rijst en groenten start ik mijn fietsdag later dan ik gewoon ben.
Het is al 6.30 uur wanneer ik koers zet naar Boawae.
Na het verlaten van de heuvelachtige prachtige kustlijn met zijn witte krijtrotskliffen gaat het de bergen in.
Onderweg passeer ik een dorpje waar het een drukte van jewelste is.
Jonge moeders doen me stoppen om een babbeltje te slaan.
Heel fier tonen ze hoe hun kinderen gewogen worden in het plaatselijke kinderheil.
Wanneer ik enkele uren later ergens stop langs de kant van de weg om een haptje te eten ontstaat er een hele hilariteit.
Een Canadees op een moto knijpt de remmen dicht wanneer hij me passeert.
“Ludo je bent wereldberoemd in Flores”!!!!
“Wanneer ik enkele dagen geleden aan de andere kant van het eiland was heb ik over jou horen spreken”.
“Een ‘crazy’ Belg met een prothese zou momenteel de ontelbare bergen van Flores aan het temmen zijn”.
“Het is voor mij al vermoeiend om dat te per moto te doen en jij doet dat op de fiets”.
“Luister eens mijn beste vriend, als je op de Limburgse heide geboren bent en je voorouders af stammen van de ‘Oude Belgen’ de dapperste onder de Galliërs en je woont dan nog eens in Hechtel”.
Ga je toch niet zeuren en moeilijk doen over enkele molshopen op Flores”.
“Ludo, je verdiend al mijn respect”.
“Beste Mike, alles zit tussen je oren, daar wordt alles bepaald of je iets kan of niet kan”.
“Zolang dat je hoofd nog op je lijf staat en er lucht uit je mond komt kan je bergen verzetten en overwinnen, tenminste als je daar zelf in gelooft.
Wanneer ik de weg oversteek en plaats neem in het kleine eetstalletje wordt ik er ontvangen door de brede glimlach van een vriendelijke mevrouw gehuld in een lang kleed en een hoofddoek.
Ze serveert me haar lekkerste eten, gebakken rijst, een stukje kip, een gebakken ei en 2 schijfjes komkommer.
Ik kan je verzekeren als je maag te keer gaat als een betonmolen van de honger smaakt dit heel erg goed.
À propos, anders ook.
Bij het vallen van de avond kom ik moe en voldaan van een prachtige maar zware fietsdag toe in Boawae.
1300 hoogte meters heb ik overbrugt, er leek geen einde aan het klimmen en dalen te komen.
Gelukkig is Boawae 1 hotelletje rijk, het is ‘basic’ maar super gezellig.
De eigenares die zo oud is als mijn moeder verwent me als haar eigen zoon.
Donderdag 14 augustus 2014 :
Boawae – Bajawa : 50 km
Het beloofd weer een intense fietsdag te worden.
Bajawa ligt op een hoogte van 1100 m en het hoogste punt dat over gefietst moet worden bevind zich op 1250 m.
Op zich zijn dit geen extreme hoogtes maar wat je in Flores hebt is dat je een bergpas oversteekt, afdaalt en weer aan de volgende moet beginnen en dit gedurende 700 km.
Ik heb fietsers ontmoet die dit mentaal niet aankonden en zich vastklampte aan een truck.
Mentaal voel ik me sterk, mijn geheim is om niet na te denken en mezelf niet geestelijke zitten te martelen en te verliezen in mijn eigen gedachten gang.
Ik bekijk dag na dag en probeer te genieten van elk moment zonder aan de volgende berg te denken.
Daarbij komt dat ik fysiek in orde ben en me berensterk voel.
Dit merk ik dikwijls wanneer ik met mensen praat, ze zeggen me dat ik een ongelooflijk sterke energie uitstraal.
Dat voel ik ook zo aan.
Ik zeg dit alles niet, om mijn eigen te bestoefen of om mezelf op te hemelen, maar om laten te merken wat het met een mens doet als je je dromen kan na streven.
Daarbij komt nog eens, wanneer je Flores per fiets kan ontdekken je zoveel meer ervaart dan wanneer je dat per auto, moto, bus of kameel doet.
Ik blijf erbij dat de fiets het mooiste vervoermiddel is om de wereld te verkennen.
Gewoonte getrouw stop ik onderweg ergens om te eten.
Dit doe ik meestal op een plaats die goed aanvoelt en waardoor ik aangetrokken wordt.
Ik ben nog niet afgestapt of ik wordt al aangesproken.
“Sir can we make a picture”
Meneer mogen we een foto van jou maken.
“Off course you can, how much do you pay” zeg ik met een glimlach.Natuurlijk mogen jullie een foto maken, hoeveel betalen jullie?
Het grappige is dat Aziaten onze manier van humor niet begrijpen en meestal heel verontwaardigd en je verwonderd aan kijken.
Eén voor één komen ze al gieberend naast me staan.
Mirthin die een beetje Engels spreekt komt wel heel erg dicht naar me toe geschoven.
In de paar woorden Engels die ze spreekt maken we kennis met elkaar.
Wanneer ik de kleine warung (restaurant) binnen ga om wat te eten volgt ze me.
Ze gaat aan een tafeltje zitten en doet teken dat ik bij haar moet komen zitten.....
……dat laat ik me natuurlijk maar 1 keer zeggen.
Samen knabbelen we onze rijst op……
praten wat……
genieten van elkaars aanwezigheid en de heersende energie……
je zou bijna wensen dat de tijd zou stil blijven staan……
en je niet meer verder zou moeten fietsen……
het is spijtig genoeg een beetje een vreemde situatie……
gevoelsmatig klikt het onmiddellijk tussen ons……
de scheikundige werking onder de hersenpan doet het lichaam naar elkaar verlangen……
gevoelsmatig is er niets verkeerd aan de hand……
echter nuchter bekeken kan dit niet……
Mirthin is nog maar 19 jaar, op zich is daar ook weer niets verkeerd mee.
De meisjes zijn hier eerder rijp dan in het westen en trouwen vroeger dan bij ons.
Echter het leeftijdsverschil tussen ons is veel te groot.
Gevoelsmatig is daar ook weer niets verkeerd mee……
maar…………
ik zie en voel dat Mirthin een braaf, eerlijk en gevoelig mens is……
het zou smerig van me zijn mocht ik misbruik maken van haar gevoelens……
ik ben er zeker van als ik een tijdje in het dorp blijf dat ik met haar naar bed zou kunnen gaan……
en dan……
dan heb ik mijn plezier gehad……
ik weet echter voor mezelf dat ik nog verder wil fietsen……
dit betekend dat ik haar zou moeten achterlaten……
waardoor ik haar zou kwetsen, misbruikt hebben en met een gebroken hart zou achterlaten.....
en dan……
hoe goed ben ik dan zelf als mens bezig……
Ik weet dat vele mannen er geld voor zouden geven om met een jong Aziatisch meisje naar bed te kunnen gaan.
Ik weet dat er ook vele zullen zijn die met gek verklaren dat ik zo een kans aan me laat voorbij gaan……
maar ‘so what’!!!???
Ik neem nog een foto van ons beiden, we wisselen onze gsm nummers uit.
Ik geef haar als aandenken van onze ontmoeting een kaartje met een foto en de gegevens van mijn blog.
Het is precies alsof ze het groot lot heeft gewonnen.
Ze drukt het gekregen ‘geschenk’ tegen haar borsten, we nemen afscheid en ze rent al lachend en dol gelukkig weg.
De volgende dagen zullen we nog vaak contact met elkaar hebben.
Gaandeweg moet ik het loslaten, hopelijk zal ze ooit begrijpen waarom ik niet verder kon gaan met ons als gegeven.
Zo is mijn verboden vrucht in de “Tuin van Eden” een feit.
Als mens kijk ik met een goed gevoel terug op een hele mooie gebeurtenis.
Ik heb zo eerlijk mogelijk deze ontmoeting proberen in te schatten en naar alle eer en geweten gehandeld.
Nee, ik ben geen pater maar ik loop ook mijn p_k niet na ten kosten van iemand zijn gevoelens.
Sorry, zo ben ik nu eenmaal.
Voor mij is het niet belangrijk om een hele lijst van vrouwen op mijn kerfstok te hebben.
In Bajawa aangekomen is het zoeken naar een bed, de meeste hotels zijn volgeboekt.
Uiteindelijk kom ik terecht bij Hotel Johnny, nee het is geen westerse uitbater maar een Chinees.
Wat je met Chinezen hebt, het zijn niet de properste mensen, maar hun kamers zijn betaalbaar, het eten is er lekker en het internet werkt heel goed.
Het is meestal een plaats waar backpackers terug te vinden zijn.
Niet dat dat de plaats is waar ik onmiddellijk naar toe wil gaan maar het zal nu ook wel weer zijn reden hebben waarom ik hier terecht moet komen.
Ik besluit om hier 3 nachten te blijven.
Niet alleen om de inspanningen van de afgelopen dagen te verwerken maar ook om een bezoek te brengen aan enkele traditionele dorpen.
Dit doe ik niet alleen, dit doe ik samen met Kyley van Darwin, Australië.
De volgende dag huren we een bromfiets met bestuurder.
Lorenzo (+62 (0) 85 33 35 05 160) die goed Engels spreekt zal ons 3 tradiotionele dorpen laten zien en uitleg geven over het leven aldaar.
Luba en Bena zijn er 2 van, van de 3 ben ik de naam vergeten.
Onderweg stopt hij en toont wat er allemaal te vinden is in de natuur.
Zoals de koffie –en cacao vrucht, vanille, kaneel en peperbolletjes.
In de fotoreeks – Flores (2) : Ende – Aimere kan je zien hoe de vruchten eruit zien voordat ze bij ons in de winkel terecht komen.
Het is heel erg de moeiten om de dorpen te zien en te ervaren hoe de mensen er leven.
Na afloop van elk bezoek aan een dorp wordt er gevraagd om een donatie te doen.
Deze donatie moet dienen om de gemeenschap financieel te ondersteunen. Het geeft me een heel erg dubbel gevoel wanneer ik vast stel dat de mensen die het geld innen, het in eigen zak laten verdwijnen.
Dit bewijst eens te meer wat voor een inpakt het toerisme en het daarbij horende geld op de locale bevolking heeft.
Na afloop van het bezoek aan de dorpen gaan we zwemmen in de hot-springs in de buurt van Bena, dit is gewoonweg heerlijk.
Een rivier met heet water en eentje met koud water monden uit in 1 rivier.
Wanneer ik er tussendoor een tas koffie ga drinken en nadien zie in wat voor een vuil water ze de afwas doen weet ik dat ik prijs ga hebben.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat ik de volgende dag diaree heb.
Gelukkig ben ik er niet ziek van en alleen maar ongemakkelijk door.
De volgende dag neem ik afscheid van Kyley.“Dear Kyley it was a plaesure to meet you”
“Thanks a lot for the nice time that we had together”
“Maybe until November when I will fly back to Australia”.
Beste Kyley, het was een waar genoegen om je te ontmoeten.
Heel erg bedankt voor de fijne tijd die we samen hadden.
Misschien tot in november wanneer ik terug naar Australië ga.
(Speciaal voor ons moeder vertaald en voor mijn zus Monique die niet de aller slimste van het nest is.
Sorry zusje, ik wil je niet kwetsen maar het is zo.
Vraag het maar aan de andere van den hoop).
Gedurende mijn verblijf in Bajawa leer ik Dennis en Angela kennen, een super fijn koppel uit Italië.
Wanneer ze horen dat ik door hun stad, Bassano Del Grappa gefietst ben en het één van mijn lievelingssteden in Italië is, is het kot te klein.
Ze wonen en werken al verschillende jaren in Indië en gaan er een eigen zaak opstarten.
Ik ben altijd, eender wanneer welkom in hun appartement in Bassano Del Grappa.
Dennis is ook een fietser en wil me enkele pareltjes van zijn streek laten zien waar geen toeristen komen.Dear Angela and Dennis for sure we will meet again in Italia.(Moniekske om te bewijzen dat je geen dom blontje bent, zal je deze zin wel voor ons moeder willen vertalen).
Ondanks het koude weer in Bajawa heb ik er warme en mooie mensen mogen ontmoeten.
Zondag 17 augustus 2014 :
Bajawa – Waelengga (Aimere) : 41 km
Wanneer ik om 5.00 uur mijn spullen aan het pakken ben stel ik vast dat ik veel te veel eten heb gekocht.
In Godsnaam denk ik bij mezelf, dit heb ik toch allemaal niet nodig.
Maar zoals gewoonlijk zal het nu ook weer wel zijn reden hebben.
Nog een beetje flets op de benen van de diaree van gisteren zet ik koers naar Borong een plaatsje halfweg tussen Bajawa en Ruteng.
Borong ligt aan de kust en ik ga er enkele dagen opwarmen na het koude en vochtige klimaat van Bajawa.
Onderweg passeer ik wegenwerken en stop bij de mensen die eraan het werken zijn.
Een vader en zijn zoon van ongeveer 15 jaar zijn er de boterham aan het verdienen.
Ik sla een babbeltje met hen en geef hen wat van mijn broodjes, cakejes en bananen……
Hun collega’s zijn er ondertussen bij komen staan en ze zijn allen dol gelukkig met de gekregen gift.
Ze danken me niet 1 keer maar wel 5 keren.
Met een brede glimlach nemen we afscheid van elkaar.
Al fluitend fiets ik verder en geniet van de lange afdaling en het prachtige uitzicht.
Verder onderweg passeer ik weer wegenwerken.
Een volwassen man en 5 jonge gasten tussen de 14 en 16 jaar voeren er de werken uit.
Eén van hen is aan het genieten van zijn ontbijt dat bestaat uit droge witte rijst zonder iets er bij.
Vol bewondering wordt Eva van boven tot onder bekeken en gekeurd, ze valt aardig in de smaak bij het jonge geweld.
Wanneer ik hen een groot pak kokosnoot koeken toe stop, steken ze allen de armen in de lucht en beginnen luidt te roepen, te zingen en te dansen.
Dit tafereel grijpt me erg aan, te bedenken dat je hier de mensen nog kunt gelukkig maken met een pakske koeken.
Bij ons zouden we eens hartelijk lachen met zo’n simpele gift.
Als ik rondom me heen kijk en zie hoe deze mensen hier leven begrijp ik goed waarom ze zo gelukkig zijn met de koeken.
Wegenwerkers in Indonesië wonen op de werf waar ze werken.
De woning van deze mensen bestaat uit een plastieken zeil dat van de ene naar de andere boom is gespannen.
Naarmate de werf vordert verplaatsen ze het zeil en dus zo ook hun woning.
Wetende dat dit niet voor 1 week of 1 maand is maar voor jaren.
Je kan je dan wel bedenken dat deze mensen hun leven niet in grote weelde doorbrengen.
Wanneer ik verder fiets blijft de ontmoetingen met de wegenwerkers na zinderen.
Onderweg passeer ik een enkele huizen waar mensen hun oogst aan het drogen zijn die bestaat uit kaneel, cacao en kruidnagel.
Ik ruik er de koffie, stop en geniet van een lekkere zwarte zoete Indonesische koffie.
Wanneer ik vraag wat ik moet betalen doet iedereen teken dat het een rondje van het huis is.
Allee heel erg bedankt zou ik zeggen lieve mensen.
Het blijft maar dalen en dalen………
Wanneer ik een familie passeer die kokosnoten aan het verkopen is, stop ik om te genieten van mijn favorieten drankje…….
…….verse kokosnoten melk, heeeeeeeeeerlijk.
Wanneer ik de rekening vraag, mag ik deze keer ook weer niets betalen.
Het is toch ongelooflijk mooi, hoe het leven in elkaar zit.
Van ganser harte gaf ik mensen eerder broodjes, bananen en koeken.
In enkele uren tijd krijg ik terug wat ik eerder zelf gegeven heb.
Niet dat ik het daarvoor doe maar eens je, je in deze energie begeeft draai je van zelf mee in de molen van het geven en ontvangen.
Een 5 tal kilometer voorbij Aimere in Waelengga besluit ik de pijp aan Maarten te geven.
De diaree van gisteren blijft me parten spelen, het heeft me blijkbaar veel energie van het lichaam onttrokken.
De ganse dag voel ik me flauw en met regelmaat van de klok wordt het mistig voor mijn ogen.
Daarom besluit ik om niet verder naar Borong te fietsen.
Ik ga een kijkje nemen in het Mbalata Beach Cottage Inn als ik er een onderkomen voor de nacht kan vinden.
De weg er naartoe is van die aard, als je last hebt van diaree dat je zonder enig probleem een spoor van 1 km achter je laat.
Fietsen is bijna niet mogelijk, de kasseien van de ronde van Vlaanderen staan in schril contrast met dit maanlandschap.
Aangekomen op de plaats van bestemming neem ik even een kijkje aan zee en stel vast dat ik de enigste ‘toerist’ ben tussen de locale mensen.
Dit zint me, hier ben ik op mijn plaats.
Aangekomen op het domein waar de bungalows zich bevinden tracht ik te onderhandelen over de prijs.
De eigenaar is alles behalve vriendelijk en ik krijg het gevoel dat ik er niet welkom ben.
Zou het komen omdat zijn personeel hem heeft moeten wekken, ik weet het niet?
In ieder geval draait hij zich om en kruipt terug zijn bed in.
Ondanks dat het een bijzonder mooie plaats is draai ik me ook om en vertrek……
……ik laat me niet behandelen als hond.
Toch heb ik het gevoel dat ik er wil blijven, maar niet als ik er niet welkom ben.
Even verder stop ik en overdenk de situatie wat ik moet doen.
Ik vraag mijn vader om hulp en raad.
Ik besluit om even af te wachten en te zien wat er gebeurd.
Een tiental minuten later stopt er een jonge gast bij me, hij blijkt de beste vriend van de eigenaar te zijn.
Hij spreekt perfect Engels en is een wielerliefhebber.
Onmiddellijk hebben we de connectie die ons met elkaar verbindt.
Na een tijdje vraagt hij me, wat me tot hier heeft gebracht.
Ik doe hem het hele verhaal van mijn wedervaren van weleer.
Eric voelt zich verveeld met de hele situatie en zegt, “Ludo ik kan niets aan de prijs doen”.
“Nee, Eric dat begrijp ik al te best, dat is iets tussen jou vriend en mij”.
“Maar mij onvriendelijk behandelen en me het gevoel geven dat ik niet welkom ben dat pik ik niet”.
“Ik weet wat je bedoelt Ludo, ik heb ook enkele jaren gereisd”.
“Er is niets ergers als je niet welkom bent”.
Ondertussen komt de eigenaar met slaperige ogen afgestrompeld.
Eric gaat naar hem toe en wijst hem serieus terecht.
Hij maakt hem erop attent dat zijn gedrag totaal ongeoorloofd is.
Vervolgens bied Francisco de eigenaar zijn verontschuldigingen aan.
We praten het hele voorval nog eens door en aan het einde van de rit krijg ik een bungalow aan de prijs dat ik voorstel.
We schudden elkaar de hand en ik stel me voor.
“Het is niet waar Ludo” zegt Francisco “ben jij van België”.
“Het is niet waar” zeg ik hem, “spreek jij Nederlands”.
“Maar ja verdomme, ik heb jaren in Tongeren gewoond ik ben er getrouwd geweest met een meisje vandaar”.
Francisco neemt me mee naar zijn restaurant waar zijn vrienden zitten.
Hij haalt de zelf gebrouwen arrak, bier en glazen boven.
De drank vloeit, de verhalen volgen en de arrak is ongelooflijk straf.
Hij brand me op de tong en vernietigd alle bacteriën tot aan de uitgang van mijn achterpoort.
In stilte bedank ik mijn vader.
Nee niet voor het doden van de bacteriën maar om me bij te staan en te helpen.
Ik ben weer op een bijzondere plaats mogen terecht komen.
Na mijn laat namiddag dutje ten gevolge van den drank begeef ik me terug naar het restaurant om er wat te schrijven en een haptje te eten.
Dan gebeurd er iets heel opmerkelijks, iets heel bijzonders bijna ongeloofwaardigs.
Ik verklaar me nader :
Wanneer ik een tafel uit kies om aan gaan te zitten voel ik altijd energetisch hoe het is om op die plaats te zitten.
Ik stel vast dat ik plaats neem aan een lege ongedekte tafel, zonder er maar iets op, zelfs geen tafellaken, asbak of bloemetje.
Na een tijdje gezeten te hebben wandel ik even naar het strand om een frisse neus op te doen en mijn gedachten even rust te gunnen, want het schrijven vergt me heel veel geestelijke energie.
Wanneer ik na een kwartiertje terug aan de tafel ga zitten stel ik vast dat er een steen op de tafel ligt.
Heel verwonderd wrijf ik me door de ogen, kijk nog eens goed en stel vast dat er daadwerkelijk een steen op de tafel ligt.
Ik draai de film in mijn hoofd terug vanaf het eerste moment dat ik in het restaurant binnenkom, de tafel bekijk, plaats neem aan de tafel, naar het strand wandel en terug plaats neem aan de tafel.
Frame per frame, detail na detail bekijk ik wel honderd keer de film in mijn gedachten.
Ik ben er honderd procent van overtuigd dat wanneer ik plaats nam aan de tafel, de tafel leeg was en dat na het terug keren van het strand er een steen op de tafel ligt.
Het meest opmerkelijk is misschien wel dat het geen gewone steen is.
Het is exact dezelfde steen die ik bij me heb met de as van mijn vader in.
Ik heb heel goed nagedacht of ik dit feit al dan niet op mijn blog zou vermelden. Daar het wetenschappelijk niet te verklaren is en ik me aan iets heel delicaat bloot stel door het te vermelden.
Waarom doe ik het dan toch :
Op de vooravond van het 9 maanden overlijden van mijn vader.
Zou ik hem onrecht aandoen en hem verloochen indien ik het niet zou vermelden.
Voor mij is het een teken, een geschenk dat ik van hem krijg.
Het is niet zomaar een geschenk het staat in verbinding met exact negen maanden geleden, de vooravond vaders overlijden.
Sta me toe om dit even uit te leggen.
Die avond hielden mijn moeder en ik wake aan vaders bed.
Op een gegeven moment gedurende de nacht wordt hij heel onrustig en woelig.
Vader probeert de dekens van zich af te stoten en trekt de zuurstof darmpjes uit de neus.
Hij probeert recht te krabbelen, hij ziet ongelooflijk af, het ademen lukt hem nog nauwelijks.
Moeder staat hem bij, ze warmt hem een warme tas melk op wat hij altijd zo graag dronk, maar ter vergeefs……
……hij wil niet meer.
Moeder probeert vader zijn medicijnen toe te dienen maar spuwt ze uit.
Moeder raapt ze op en probeert ze terug in zijn mond te steken.
Haar tweede poging mislukt weer, vader went zich af en spuwt ze weer uit.
Moeder maakt aanstalten voor een derde poging, ik neem haar bij de schouders.
“Moeder, vader wil niet meer, hij wil sterven, hij heeft genoeg van zijn aardse bestaan”.
Moeder krijgt de tranen in de ogen en ziet de man waar ze bijna 55 jaar mee heeft geleefd, lief en leed heeft met gedeeld en van gehouden heeft afscheid nemen op een manier die ons beiden door het hart snijd.
Negen maanden later legt vader exact dezelfde steen als de steen van zijn as op mijn tafel als geschenk als herinnerring aan die avond van zijn afscheid.
Vader jong, ik ben blij dat je met me mee reist.
Wel je batterij van je elektrische fiets niet vergeten op te laden, want Eva wacht niet.
Maandag 18 augustus 2014 :
Waellenga – Borong : 43 km
Na 3 pannenkoeken met banaan en afscheid genomen te hebben van Victor en zijn vrouw, de mensen die voor me hebben gekookt en me verwent hebben als hun eigen zoon, vat ik voor de zoveelste keer gedurende mijn reis mijn fietsdag weer aan en zet koers naar Borong, de plaats waar ik gisteren niet geraakt ben.
Dinsdag 19 augustus 2014 :
Borong – Ruteng : 60 km
Na een behoorlijk zware fietsdag van 1550 hoogte meters overbrugt te hebben fiets ik de Manggarai provincie binnen.
Deze provincie wordt gekenmerkt door hoge bergen gehuld in wolken, vochtige regenwouden, toren hoge bamboo bomen, prachtige natuur, traditionele dorpen en een fietser die zich de longen uit het lijf amuseert.
In de late namiddag kom ik toe in Ruteng, naar mijn gevoel een vrij grote plaats.
Zonder enig stratenplan baan ik me een weg door deze stad opzoek naar een onderkomen voor enkele dagen.
Graag had ik overnacht bij de ‘Zusters der liefde’ in de ‘Konngregasi Santa Maria Berdukacita’.
Spijtig genoeg is er geen plaats meer voor ons fietserke, blijkbaar ben ik niet de enige die naar de liefde der zusters verlangt.
Zoals gewoonlijk kom ik dan terecht op de plaats waar ik terecht moet komen om de mensen te ontmoeten die ik moet ontmoeten.
De volgende dag brengt de manager van het hotel me naar een dorp waar er traditionele dansen de ‘Caci’ plaats vinden.
Ik ontmoet er een hoge delegatie van de overheid die me uitnodigen om bij hen aan tafel bij te schuiven.
In dit geval is dat gewoon met de kont op de grond.
Koffie, zoetigheden, rijst en andere lekkernijen worden me onder de neus geschoven.
Als kers op de taart krijg ik een typisch hoofddeksel als cadeau voor mijn aanwezigheid op het evenement.
Een mens moet maar geluk hebben in zijn leven.
Ik geniet ten volle van een bijzondere en prachtige dag.
S’avonds in het restaurant wanneer ik na lange tijd eindelijk nog eens frieten aan het knabbelen ben.
Word ik aangesproken door een Nederlands koppel die me de vorige dag gepasseerd zijn in hun auto.
“Ludo, we kennen je van je naambordje op je fiets”.
“Voorovergebogen met een doek onder je helm zat je al zwoegend in het zadel de bergen te beklimmen”.
“Het is ongelooflijk wat jij allemaal presteert”.
“Heel erg bedankt voor het compliment mevrouw maar het valt best wel mee”.
“Als je geen fietser bent lijkt het allemaal erger dan het is”.
“Alhoewel gisteren na dat stuk beklimming van 12 % moest pa Linden toch even afstappen om de benen te vullen met bokes, choco en pindakaas”.
Voor de mensen die geen benul hebben van stijgingspercentages leg ik even uit hoe stijl 12 % is :
Neem 20 emmers al dan niet gevuld met water……
zet deze op elkaar, dus
niet in elkaar……
dan heb je een hoogte van 4 meter……
neem nu een plank van 33,20 meter en leg deze boven op de emmers……
neem vervolgens een fiets met 40 kg aan bagage en fiets via de plank naar de top van de emmers……
zie wel dat je niet met je klikken en klakken van de plank afdondert want dan breek je je nek……
veel succes……
voor degene die het niet lukt met een gewone fiets mogen een elektrische fiets gebruiken……
Hou me op de hoogte of het gelukt is, voor degene die boven zijn geraakt mogen in november samen met mij door Tasmanië fietsen of vanaf december door Nieuw-Zeeland.
Wel een tent en een slaapzakske meebrengen.
De vrouwelijke kandidaten hoeven dit niet mee te brengen, daarvoor is er nog plaats in mijn donseslaapzak.
Beste Jan en Lucie vermits jullie al in Nieuw-Zeeland wonen en deze proef met beide vingers in de neus kunnen fietsen mogen jullie niet deelnemen.
Donderdag 21 augustus 2014 :
Ruteng – Lembor : 70 km
De natuur is vandaag weer verschrikkelijk maar dan ook verschrikkelijk mooi.
Ze veranderd zelfs heel erg, ik fiets langsheen groenten velden omringd door torenhoge bergen gehuld in schapenwolken.
De mensen zijn weer supervriendelijk, gewoonte getrouw stop ik hier en daar om een babbeltje te slaan en een beetje te gekken met de kinderen.
Eén van de mensen die perfect Engels spreekt legt me uit hoe ze handmatig de befaamde koffie van Flores produceren die er ligt te drogen.
De buitenste schil van rode koffievrucht wordt één voor één handmatig verwijderd.
Vervolgens legt men dit enkele dagen te drogen in de zon.
Dan wordt de tweede schil handmatig verwijderd zodat men uiteindelijk de koffieboon bekomt.
Vervolgens wordt deze geroosterd en met de hand geplet en gezeefd.
Na de gekregen uitleg deel ik een pakske koekjes uit aan de kinderen en wordt ik uitgenodigd op een tas verse Flores koffie.
Toegekomen in Lembor neem ik me voor 2.50 euro een kamer in Losmen Primarasa.
Vrijdag 22 augustus 2014 :
Lembor – Labuan Bajo : 71 km.
Ik maak me klaar voor mijn allerlaatste fietsdag doorheen Flores.
Wat ik dan nog niet weet is dat het de zwaarste van allemaal zal worden.
Wederom neemt de natuur een totale gedaante wisseling aan……
……uitgestrekte rijstvelden omringd door oogverblindende hezige mountain ranges (bergen) gekleurd door de opkomende zon doen ons fietserke weer genieten van het prachtige Flores.
In een duikvlucht stort ik me in de afdaling, ik moet opletten dat ik door het remmen de velgen niet oververhit.
Het zou niet de eerste keer zijn dat een binnenband springt van de opgewekte warmte.
De ganse dag wordt het klimmen en dalen en niet tegen het minste percentage.
De meest steile stukken schommelen tussen de 10 en 15%.
Om het uur moet ik stoppen om iets te eten om de benen niet als 2 jojo’s laten aan te voelen.
Aangekomen in Labuan Bajo is het niet simpel om een slaapplaats te vinden.
Of het is volzet of het is onbetaalbaar duur.
Het kost me dan enkele uren om er eentje te vinden.
Labuan Bajo is druk en chaotisch mijn eerste gevoel zegt me dat ik er niet lang zal blijven.
Graag had ik er willen leren duiken en Komodo varanen gaan spotten.
Ik loop of beter gezegd fiets allang met het idee rond om te leren duiken.
Tijdens het fietsen zie ik de meest mooie dingen, passeer zoveel Oceanen en nog nooit heb ik gezien wat daar te zien valt.
Na geïnformeerd te hebben over de prijs laat ik het idee varen en stel me tevreden met het gene ik heb en doe.
Dan maar de voorhistorische creaturen op Komodo gaan bezichtigen.
Wederom val ik achterover van de prijzen en laat ook dit idee weer varen.
De volgende dag stelt me de eigenaar van het hotel waar ik verblijf me een hele mooie prijs voor om het eiland Rinca te bezoeken.
Rinca is minder groot en toeristisch dan Komodo en je kan er naar toe voor een dag trip.
Dit is veel beterkoop dan de formule om gedurende enkele dagen naar Komodo te gaan.
Later op de dag ontvang ik een telefoontje van Donny, Donny heb ik 2 dagen eerder in Lembor ontmoet.
Hij vertelt me “Ludo ik ben zo onder de indruk van ons gesprek, je hebt me zoveel energie gegeven met je woorden”.
“Ik wil jou bedanken en ik wil iets terug doen”.
“Als je wilt bel ik naar mijn ouders die op het eiland Komodo wonen, zodat je enkele dagen gratis bij hen kunt logeren en het eiland kan ontdekken”.
“Donny, dat is nu wel heel erg spijtig ik heb deze morgen een trip naar Rinca geboekt en betaald en kan het niet meer anuleren”.
De volgende morgen neem ik een locale boot van Labuan Badjo naar het eiland Rinca en zie waar het allemaal om te doen is.
De beroemde en beruchte Komodo Dragons (varanen).
Op een gegeven moment wordt ik eraan gesproken :
“Hé bro, fantastisch wat je doet”.
“Hoe weten jullie in Godsnaam wat ik doe”?
“Enkele dagen geleden zagen we je langs de kant van de weg op een grote rotsblok zitten te genieten van je pick-nick.
“En hoe weten jullie dat ik dat was”?
“Dat is niet moeilijk, we herkennen je aan je grijze haren en je sik”.
“En aan mijn prothese waarschijnlijk”?
“Oh, we hadden nog niet opgemerkt dat je een prothese hebt”?
“Dat maakt het nog veel meer bijzonder”.
“Ben je op de fiets door Flores aan het fietsen”?
“Onder andere, eigenlijk ben ik in België vertrokken en momenteel doorkruis ik Flores”.
“Wablief, ongelooflijk”!!!!!
“Die gekke Belgen toch”.
“De Nederlanders kunnen er anders ook aardig wat van”.
Na het bezoek aan Rinca zet de kapitein koers naar een piepklein eilandje om er te gaan snorkelen en zeemeerminnen te spotten.
Spijtig genoeg had ik geen tijd om een foto te nemen van de meermin die ik aan de haak heb geslagen.
In ieder geval ze was de moeiten waard om mijn lijn uit te werpen.
De daarop volgende dagen geraak ik gewoon aan het drukke Labuan Bajo en geniet er van de goede dingens des levens.
Ontmoet er mijn Italiaanse vrienden Dennis en Angela, zie voor de 4
de keer een Nederlands koppel terug, eet er lekkere pizza en chap chay zoals ik nog nooit gegeten heb, slurp er aan een koude Bintang en denk aan thuis bij een prachtige zonsondergang.
De landen die ik tot nog toe gefietst heb staan allemaal in mijn top drie.
Enkele landen daarvan staan met stip op 1.
Flores behoort tot die plaatsen waar ik zeker nog eens naar terug ga om er te ontdekken wat ik nog niet gezien heb.
Als ik dacht dat na Iran, Australië, Oost -en West-Timor de mensen niet meer vrienderlijker konden zijn dan ze waren, dan was het omdat ik nog niet in Flores was geweest.
Ik heb ontzettend genoten van één van de mooiste eilanden tot nog.
20 dagen heb ik er vertoefd……
10 dagen heb ik genoten en vakantie genomen……
10 dagen heb ik gezweet als nooit ter voren, en dit niet door in de zon te liggen maar door het temmen van de bergen.
Van Maumere naar Labuan Bajo legde ik 587 km af
Tijdens het klimmen steeg ik 10.944 m
Terwijl ik tijdens het afdalen 9586 m zakte
In soberheid zit de rijkdom van het leven.
In de rijkdom van het leven zit het geluk dat niet te koop is maar waar we veel geld zouden willen voor geven.
Met het geld verdwijnt de soberheid en onze innerlijke rijkdom.
Fietsersinfo :
Maumere - Nifta – Paga : 51 km – 573 m klimmen – 601 m dalen
Paga - Liatola – Moni : 55 km – 1395m klimmen – 798 m dalen
Moni - Detusoko – Ende : 59 km – 632 m klimmen - 1233m dalen
Ende - Nangaroro – Boawae : 87 km – 1293m klimmen - 842 m dalen
Ende - Nangaroro – Boawae : 50 km – 1102m klimmen - 458 m dalen
Bajawa - Waelengga (Aimere) : 41 km – 100 m klimmen - 1300m dalen
Waelengga – Borong : 43 km – 563 m klimmen - 566 m dalen
Borong – Ruteng : 60 km – 1550m klimmen - 480 m dalen
Ruteng – Lembor : 70 km - 831 m klimmen - 1740m dalen
Lembor - Labuan Bajo : 71 km - 1465m klimmen - 1568m dalen
Pas als je de moed toont om je eigen weg te gaan toont de weg zich aan jou.