Reisverhaal «Het eiland Gios-Griekenland»
Start-to-Cycle - Deel 5 - Griekenland
|
Griekenland
|
6 Reacties
28 Juli 2011
-
Laatste Aanpassing 29 Juli 2011
Het eiland Gios-Griekenland.
Na mijn Athos avontuur zet ik woensdag morgen 13 juli 2011 om 7.00 uur koers vanuit camping Ouranoupoli richitnig Kavala.
Ik ben nog maar juist onderweg, als een man op een fiets aan de andere kant van de weg teken doet dat ik moet stoppen.
Hij steekt de weg over en geeft me 2 heerlijke sappige groene komkommers.
Hij schud me hand, draait zich om en is weg zonder een woord te zeggen.
Onderweg stop ik voor een break in Stratoni, nestel me aan de tafel van de dienstdoende brandweermannen.
Hun werk bestaat er uit om ergens post te vatten en te wachten tot het begint te branden.
Dat is spek voor mijne bek, vuurtje maken dat heb ik altijd heel erg graag gedaan.
Dit doet me terug denken, terug denken aan die ene vader dag.
Die vader dag die ondertussen ook al weer 14 jaar geleden is.
Zonder enig cadeau in de handen wenste ik mijn vader een fijne vader dag toe.
Hij keek me wat beteuterd aan.
In zijn ogen stond te lezen en mijn cadeautje zoon?
Ik zeg hem, vader ik heb een cadeau in gedachten maar kan het je nu nog niet geven.
Als je het cadeau aanvaard ga we samen iets ongelooflijks meemaken.
Vader’s ogen beginnen te fonkelen.
Als een klein kind zit hij nieuwsgierig op zijn stoel rond te draaien.
Ik zou graag hebben vraag ik hem, dat jij met me mee gaat achter op de moto.
Om samen een maand doorheen Schotland te reizen.
Vader stopt met het ronddraaien op zijn stoel en de fonkels in zijn ogen verdwijnen onmiddellijk.
Wie mijn vader kent weet dat hij absoluut geen reiziger is.
De enigste reis die hij graag maakt is deze doorheen zijn tuin, of naar de bowling baan in Lommel.
Gelukkig is er ons moeder nog, die heel streng tegen mijn vader zegt.
“Albert je kan doen wat je wilt maar jij gaat met uwe zoon mee naar Schotland”.
Vermits ons moeder thuis de broek draagt heeft vader geen andere keus dan mee te gaan.
Die zomer als vader 60 jaar is geworden vetrekken we samen naar Schotland.
We rijden 10.000 km doorheen ongelooflijk mooi land met een prachtige natuur.
Slapen van de 30 dagen, 27 dagen in de tent aan verscheidene rivieren.
Door kruisen menige eilanden, laten de schapen schrikken van ons motor geweld.
Bieden weerstand aan de vervelende midgets (kleine vervelende muggen die je levend proberen op te eten).
S’avonds zitten we aan het kampvuur en genieten we van ons samenzijn bij een lekker blik Carlsberg van 9°.
S’nachts verdrijven we door ons gesnurk ronddolende vrouwen en ander wild.
Staan ons zij aan zij te wassen in de rivieren waar vader door zijn gebibber in het ijskoud water de zalm verjaagd.
Thuis aangekomen ziet hij eruit als een echte motard (motorrijder).
Wild, ongeschoren en riekend zoals het een echte betaamt.
Vader vertelt nog steeds vol trots over onze onvergetelijke reis.
Wie zijn verhaal wil horen is steeds welkom en is gezegend voor enkele uren avontuur.
Terug naar de brandweermannen, ze werken jaarlijks voor een half jaar als brandweerman.
Ik knabbel mijn 2 komkommers en bokes met chocopasta verder op.
Na een klein uurtje van gezellig samenzijn gaat het verder, bergje op bergje af.
Passeer Olymbiada waar ik eerder al een paar dagen verbleef.
Stop er aan een soort van patisserie, bestel er me een heerlijke café frappé en een pizzatje met spinazie.
Moeder, die de bakster van dienst is roept me toe dat zij ze vers heeft gemaakt en dat het de beste pizza van Griekenland.
Vermits dat moeders altijd de waarheid spreken kan het niet slecht zijn.
En gelijk heeft ze, ik moet oppassen anders eet ik mijn vingers ook nog op, zo lekker is het.
Ik bedank haar, ze komt achter haar bakkerstafel uit, neemt me vast als of ik haar eigen zoon was, en wenst me een heel goede reis toe.
In Stravos stop ik wederom.
Sorry mensen dat ik zoveel stop maar als je steeds in die blakende, brandende, verschroeiende zon fietst.
Moet je gewoonweg geregeld stoppen om af te koelen.
Het zijn niet de afstanden maar de temperaturen die je veel energie kosten.
Ik zet me op een bankje aan de zee, drink een ijskoud frisdrankje.
Er zitten 3 gepensioneerde mannen te genieten van hun middag lunch.
Ik vraag of ik een foto van hen mag maken, ze nodigen me uit om er bij te komen zitten.
Voor dat ik het goed besef ben ik met hen aan het mee eten, ze bieden me een Ouzo (sterke drank) aan maar die kan ik gelukkig afwimpelen.
Mijn eerder gekochte Italiaanse Crocs van 5 euro van Armani zijn versleten.
Vermits Stravos een grotere badplaats is ga ik op zoek naar nieuwe trendy sandalen.
Moeder de verkoopster doet onmiddellijk 5 euro van de prijs af als ze me ziet.
Nadat ik opvraag van haar bejaarde moeder uitleg wat een knapperd uit België met een zwaar beladen fiets , een prothese en een grote stikker van Handicap International doen in haar land.
Doet ze nog eens 2 euro van de prijs.
Ik bedenk even om beide moeders een dikke tongzoen te geven zodat ik de sandalen nog wat beterkoop kan krijgen.
Echter door het warme weer doe ik dit beter niet daar ik mijn speeksel zelf nodig heb.
In Lerrisos doorkruis ik een heel mooie badplaats, de defilerende jongens en meisjes spreiden heel fier hun winkelwaar ten toon.
De gedreven fietser laat zich echter niet verleiden door een goedkope scharrel die probeert te scharrelen achter zijn korte fietsbroek.
In Ofrinio beach neem bij ik Triffon een kamer.
Hij heeft altijd in Duitsland gewerkt, met zijn zuurverdiende centjes heeft hij hier een huis met gastenkamers gebouwd.
Hij heeft een goed leven nu, hij wisselt het af met Duitsland en Griekenland.
Heel fier toont hij me de foto van zijn ‘beroemde Canadees’.
Deze man is al 12 jaar te voet onderweg, en heeft in zijn pension verbleven.
Sommige onder u zullen zich het artikel van de wandelende Canadees zeker nog herinneren.
Gedurende de dag geniet ik van de heerlijke kustlijn, van de zon en de bergjes.
Stop onderweg aan een hotel om mijn water voorraad aan te vullen.
Zie langs de weg een strooien hoed liggen die naar me lonkt en neem hem mee.
In Kavala ontmoet ik die avond Deborah Brady een Engelse fietster die voor 2 jaar doorheen Europa fietst, www. paintsandpedalsworldbybike.blogspot.com
Het is weer een gezellig samenzijn onder fietsers.
Deze prachtige fotografe schuwt de bergen niet en geniet van het alleen fietsen.
Op woensdag en vrijdagavond om 19.00 uur kan je in de haven van Kavala de ferry naar Gios nemen voor 32 euro.
Voor een twintig uren durende overtocht nestel ik me op het dek en slaap onder een prachtige volle maan.
S’morgens leer ik de Londonse fietster Hannah Darvill kennen.
Deze knappe jonge vrouw heeft er na 3 maanden bijna 5000 km opzitten doorheen Europa.
Haar favoriete fietsland is Albanië, iedereen raadde haar af om daar gaan te fietsen.
Ze heeft er genoten van de prachtige bergen en vriendelijke mensen die ondanks dat ze bijna niets hebben zeer gastvrij zijn.
Hannah gaat voor haar laatste 2 weken uitblazen aan het strand van Lesbos.
Ik stap een eiland verder af in de hoofdplaats Gios van het gelijknamige eiland en begin er aan mijn laatste Griekse avontuur.
Vanuit het noorden varend lijkt Gios een dor, kaal en ruw eiland te zijn.
Ik vind een onderkomen in Alex rooms.
Deze gepensioneerde schipper verwelkomd me te samen met zijn familie, het gevoel zit dadelijk goed.
Zondagmorgen krijg ik een heerlijke tas koffie aangeboden.
Ik praat met Alex hij heeft de wereld af gevaren per schip.
Net als fietsers blijken schippers geen gewone mensen te zijn.
Het belangrijkste voor een schipper is, goed eten, bier en vrouwen.
Mmmm verschild dit veel met de belangrijkheid van een fietser???
Eén van de beste landen om als schipper aan te doen is België.
In Sumatra (Indonesië) weet hij me te vertellen moet je opletten dat je niet met een ladyboy (bovenkant vrouw onderkant man) de nest in duikt.
Het verschil zie je blijkbaar niet maar voel je wel als er onder de lakens een worst tussen je billen wordt ingeschoven.
Ik hoor Stany al zeggen indien ze de kleren nog aan hebben kan je hen onderscheiden aan de grotere adamsappel, mijn vriend kan het weten….???
Alex staat er om bekend in Gios dat hij alles geregeld krijgt.
Amaai dat beloofd, ik haal mijn verlang lijstje boven.
Eens kijken hoe hij dit gaat oplossen,hahaha.
Zondag is een mooie dag om naar het 7 km noorderlijke gelegen Vrondadhos te fietsen.
Het heeft mooie rustige stranden en je kan er op een terrasje genieten van een frappétje stelt Alex me voor.
Dit is een grandioos idee lijkt me.
Om 12.00 uur zet ik koers naar….
Daar aangekomen bedenk ik me, ik ben geen zonnen klopper maar een fietser.
Veel te laat vat ik een tocht aan van een kleine honderd km in het heetst van de dag.
Ik zet koers naar het verre noorden, koop eerst een doos koeken om wat mondvoorraad bij me te hebben.
Volgens de Lonely Planet die op mijn netbook staat, een cadeautje van Remco en Petra, waarvoor mijn dank lieve Nederlandse fietsvrienden.
Is de kustlijn van Gios naar het hoge noorden amazing(verbazingwekkend).
Het binnenland heel ruw en afwisselend van landschap.
Ik geniet enorm van mijn zondags uitstapje.
In Kardhmanila aangekomen is het hoogtijd om de olifant in mij te voeren.
Ik stop er aan een Mexicaanse eetgelegenheid, het enigste in zijn soort dat het eiland rijk is weet me de eigenaar heel fier te vertellen.
Ik praat honderduit met hem en zijn vriendelijke vrouw.
Er wordt een kip gevangen, allee uit de vriezer genomen en gegrild.
Opgediend met geroosterd stokbrood voel ik mijn lege hongerige maag langzaam opzwellen.
Nog zin in een zelfgemaakte kaastaart???
Hmmm een kaastaartje, je zou wel zot zijn om dit af te slaan.
Om drie uur vertrek ik voldaan, nog 70 km bergje op bergje af te gaan, ik bedoel te fietsen.
In Amadhes is het hoogtijd om even te stoppen aan een gezellig zaakje.
Op het pleintje langs de 300 jarige boom loopt er een beekje met drinkbaar water, dat rechtstreeks uit de bergen stroomt.
Het water begint te kissen als ik er mijn hoofd in steek, zo warm heb ik het.
Op het terras drink ik 2 lekker koele ice thea’s, geraak er aan de praat met de uitbaters moeder en haar 18 jarige zoon.
Bij het afscheid blijft de zoon mijn hand maar schudden, ik voel me juist een golf op zee, zo schud hij.
Even verder in Viki roepen mensen me toe, ik stop en doe mijn verhaal.
Ze bieden me een glas ijskoud water en een heerlijk koekje aan.
Neem afscheid en fiets weer verder rondom de hoogste berg van het eiland de Pelineo 1293 meter.
De natuur met zijn ruwheid blijven me verbazen, hier voel ik me goed dit is mijn ding om te fietsen.
Geen mens te bespeuren, alleen in de hele kleine dorpjes.
Doktor Cornellisen één van mijn huisartsen van de huisartsen praktijk Goossens in Hechtel.
Had me via mijn moeder laten weten dat Gios een prachtig eiland is, en gelijk heeft ze.
Dank u dokter, het gaat me nog steeds heel erg goed.
Via Kambia, Fita, Kipouries en Dhiefha gaat het langzaam verder.
De auto’s steken hun lichten aan, het begint te schemeren, ik heb nog een heel eind te fietsen.
Wat maakt het ook uit, het is vakantie ik moet me voor niets opjagen.
Het blijft klimmen, dalen en genieten in deze zo afwisselende bergen.
In Katavasi doorkruis ik het het eiland van westelijke naar oostelijke richting.
Het is pikdonker als ik de afdaling van de laatste 10 km aanvang.
Met een gigantisch uitzicht over de zee en de verlichte dorpen stort ik me naar onder.
Om 22.00 uur ben ik terug in Gios, neem vlug een douche en weet me nog een tafeltje te bemachtigen in één van de vol zette restaurants.
Een grote fles bier en een heerlijke spaghetti met zeevruchten zijn de bekroning van deze oh zo mooie fietsdag.
Maandag neem ik een rustdag, het kost me te veel energie om dagelijks in deze Griekse oven te fietsen.
Dinsdagmorgen zet ik de wekker op 5.00 uur, om 6.00uur maak ik Eva wakker om me te begeleiden naar het zuidelijke deel van het eiland.
Alex wist me de dag voordien te vertellen dat dit gedeelte van het eiland niet zo heuvelachtig is.
In hoogte van de bergen heeft hij gelijk, maar per fiets is het toch weer anders dan het de mensen ervaren in hun auto.
Het is de ganse dag klimmen en dalen.
Ik zou zeggen Alex blijf jij op je schip dan zal ik het land wel per fiets veroveren.
Om 7.30 en na 13 km bereik ik de eerste top in Aghios Georgios een dorpje van 600 inwoners.
Installeer me op een terrasje tussen de plaatselijke mensen in.
Uitgerust gaat het via Vesa naar Eleta.
Als ik al fietsend het laatst genoemde dorpje aan het verkennen ben, wijst een man me van op zijn balkon de richting aan welk ik moet gaan bezoeken.
Op een klein binnenplaatsje aan de kerk verscholen onder de bomen, staat het pleintje vol met stoelen en tafeltjes.
De gemoedelijke sfeer die er heerst doet me neerzitten en jawel een café frappé drinken.
Ik geraak er weer aan de praat met de uitbaatster, natuurlijk weer het hele verhaal vertellend.
Als ik vertrek verteld me deze bezorgde vrouw dat ik me goed moet verzorgen en opletten voor de zon want….
Via Limenas gaat het naar Mesta.
Bekend voor zijn bijzondere plaats en kauw gummen, het hars van een bepaald soort boom wordt er verwekt en sjieken van gemaakt.
Wederom op een terrasje geraak ik er aan de praat met Frans koppel uit Nantes.
Hij is ook een fietser maar op het thuisfront, het klikt onmiddellijk natuurlijk.
Hij kan er niet aan uit dat ik in deze hitte fiets?
Hoe maak ik hem duidelijk dat de Belgen ook een apart ras zijn, zonder deze chauvinistische Fransman tegen het hoofd te stoten.
Niet voor niets dat wij ooit de dapperste onder de Galliës waren.
We eten samen een pitta gyros.
Dit is good food (goed eten) als je honger hebt.
Het valt me op dat de bouwstijl van ieder dorp totaal verschild met die van andere dorpen.
Dit is wat het zuiden zo mooi maakt.
De reis gaat verder via Olimbi en Pirghi met zijn heel speciale bouwstijl.
Via Tholopptami, Thimiana wordt er voor de laatste maal halt gehouden in Karfas.
Hier mag ik op de kosten van mijn zusje Francine me te goed doen aan de geneugten des levens.
Als ik haar op bel om te vragen hoe hoog de rekening mag oplopen neemt ze niet op.
Beloven ja…, maar als het zover is dan word het niets.
Woensdag avond neem ik afscheid van Alex en zijn familie.
Mail me je route door zodat ik je kan volgen en weet waar je uit hangt in de wereld.
Het is goed dat mensen zoals jij de wereld in trekken, het opent de ogen van velen.
Op de vraag hoe het komt dat Grieken niet fietsen, begint hij te lachen.
Een Griek neemt bij wijzen van spreken een taxi om naar zijn eigen auto te gaan, waarom zou hij dan fietsen.
Dondermorgen om 8.00 uur vertrekt de ferry vanuit Gios naar Cesme-Turkijke
Ik wacht aan de poort waar de ferry geparkeerd staat om te vertrekken.
Het is er opvallend stil, ik zie een bus met toeristen een gebouw binnengaan.
Ik ga polshoogte nemen en zie dat je door een douane controle moet om op de ferry te geraken.
Ik loop langs de lange rij af spreek een passerende douane beambte aan.
Leg hem uit dat ik met de fiets ben, hij gaat naar één van zijn collega’s en binnen de 5 minuten ben ik door de controle en kan ik het bootje op.
Klaar is Kees.
Wat is me bij gebleven:
Grieken zijn ongelooflijk vriendelijke gastvrije mensen, het zit in hun genen ze moeten er geen enkele moeiten voordoen.
Het zijn verstokte rokers en koffie drinkers, Griekse koffie en café frappé are the famoust (bekendste).
Ze hebben aller handen lekkere zoetigheden waarvan de namen me niet zijn bijgebleven.
Een avondje uit gaan met Grieken in een restaurant, tsipouro drinken en aller handen hapjes delen met elkaar dan beleef je een avond die je niet vlug zal vergeten.
Het is niet het meest goedkoopste land om te reizen, ondanks de crisis blijven de prijzen hoog en vooral waar de toeristen zijn.
Een uitspraak die bij mij blijft nazinderen is de volgende:
Gedurende de oorlog hebben we het heel erg moeilijk gehad onder het bewind van de Duitse bezetters.
Toen hadden we geen eten en we hebben het overleefd.
Nu met deze crisis hebben we het moeilijk maar we hebben nog eten en zullen nu ook weer overleven.
MAAR…. Europa en de Griekse regering zullen moeten opletten dat ze ons niet volledig in de hoek drijven.
Als we echt uitbreken en op de straat komen heb je nog niet het laatste van ons gezien.
We liggen aan de basis van onze beschaving en ons dan zo vernederen………
Veel van ons erfgoed bevind zich in het buitenland, het is ons gewoon ontnomen, om niet te zeggen dat het gestolen is.
In het jaar 1832 is Griekenland onafhankelijk geworden.
Tot die tijd woonde ze langsheen de medireaanse kust in Turkije. In plaatsen zoals Canakkale, Cesme, Selcuk, Efes, Kusadasi, Bodrum……
In de 19de eeuw werden ze verdreven door de Turken er vielen toen vele doden onder de Grieken.
Ondanks dat ze zelf toegeven dat ze geen goede chauffeurs zijn heb ik me nooit onveilig gevoeld op hun wegen.
Zoals ze zelf zeggen het mainland (vasteland) is mooi maar de schoonheid van Griekenland vind je op de eilanden.
Voor mezelf hebben de eilanden Evia en Gios me erg bekoord.
Athos was voor mij het hoogte punt van mijn reis doorheen Griekenland.
Ik heb mensen veel fijne mensen ontmoet zoals Wolfgang Menhini uit Oosterrijk, Jan en Teuni uit Breskens Graaf Nederland, Agnes en Gunter uit Boom, Marc en Pia uit Berlaar bij Lier, Andrew en Joanna uit Ierland, de Griekse familie Gogas uit Olymbiada, Deborah Brady, Hannah Darvil, Kalli en de Griekse familie op camping Ouranoupoli, ……….……..
Ik fietste 20 dagen en 1350 km doorheen Griekenland,
19 dagen werd ik er op gehouden door Griekse Godinnen of hing ik er de luierik uit.
Met een totaal van 5080 km op de teller begin ik aan een nieuw avontuur in nieuw land.
Cesme is voor mij de toegangspoort voor mijn volgende uitdaging doorheen Turkije.
Mijn dank voor de vele reacties en mails op mijn Athos verhaal,
het gaat jullie goed,
ludo
De meeste ongelukken gebeuren thuis een betere reden voor je wereldreis kan je je niet bedenken.